ICE 2: de flexibele
Bij de ICE 2 werd het concept van dubbeltractie toegepast
De tweede generatie hogesnelheidstreinen in Duitsland werd in 1996 in bedrijf gesteld. In tegenstelling tot de ICE 1 heeft de ICE 2 slechts zes tussenrijtuigen, één stuurstandrijtuig en één motorwagen. Met dit treinconcept kunnen twee treinen aan elkaar worden gekoppeld tot een dubbele trein.
Hierdoor kan de trein flexibel worden ingezet – als dubbeltractie op drukke trajecten en met de helft van de zitplaatscapaciteit op minder drukke verbindingen. Het operationele concept van de ICE 2 maakt bovendien de inzet als vleugeltrein naar verschillende bestemmingen mogelijk, wat resulteert in meer rechtstreekse verbindingen zonder overstappen. Zo rijden er bijvoorbeeld twee ICE 2’s als vleugeltrein op het traject Berlijn-Hamm/Westfalen. In Hamm wordt de trein gesplitst in twee afzonderlijke treinstellen, waarvan er een richting Essen/Düsseldorf rijdt en een richting Hagen/Wuppertal.
Kenmerkend voor de ICE 2 zijn de boegkleppen aan de motorwagen en het stuurstandrijtuig. Ze verbergen de koppeling om de luchtweerstand bij hoge snelheden tot 280 kilometer per uur tot een minimum te beperken. Alle ICE 2-treinen zijn vanaf 2011 uitgebreid gemoderniseerd, waarbij onder andere het reizigersinformatiesysteem werd uitgebreid naar in totaal zes beeldschermen per rijtuig en de nieuwe stoelen werden voorzien van handgrepen.
Feiten en cijfers
- Inbedrijfstelling
- 1996
- Aantal treinen
- 44
- Aantal rijtuigen
- 6 tussenrijtuigen, 1 stuurstandrijtuig
- Aantal zitplaatsen
-
381
- Treinlengte
-
205 m
- Treingewicht (leeg)
-
418 t
- Maximumsnelheid
-
280 km/h
- Inzet in het buitenland
- -